Kan roestvast staal roesten?

Inleiding

Bij roestvaste staalsoorten met een Cr-gehalte van meer dan 10,5% kan het ontstaan van corrosie niet zonder meer worden uitgesloten. Zelfs austenitisch roestvast staal met een Cr-gehalte van meer dan 20% en een Ni-gehalte van meer dan 8% kunnen bij onjuist gebruik en bewerking of bij constructieve gebreken corroderen.

De passiveringslaag

Roestvast staal reageert net als normale staalsoorten met zuurstof en vormt een oxidelaag. Bij normaal staal reageert de zuurstof echter met de aanwezige ijzeratomen en vormt een poreus oppervlak waardoor deze reactie verder kan gaan. Dit kan verder gaan totdat het werkstuk volledig verroest is. Bij roestvast staal reageert de zuurstof met de chroomatomen in het staal die in een relatief hoge concentratie aanwezig zijn. De chroom- en zuurstofatomen vormen een dichte oxidelaag die voortschrijden van de reactie voorkomt. Deze oxidelaag wordt vanwege de traagheid van de reactie met de omgeving ook aangeduid als passieve laag. De vorming resp. houdbaarheid van de passiveringslaag hangt voornamelijk af van de samenstelling van de staallegering.

Corrosie

Het ontstaan van roest bij “roestvast staal” heeft twee redenen:

  • de passiveringslaag kon niet worden gevormd of
  • de passiveringslaag is beschadigd.

Het niet vormen van de passiveringslaag kan worden voorkomen door een zuurstofconcentratie te voorkomen. Bewerkte oppervlakken moeten in principe van alle restanten worden ontdaan.

De hieronder beschreven soorten corrosie gaan uit van een beschadiging van de passiveringslaag achteraf:

Verwijderen van de oppervlaktecorrosie

Met verwijderen van de oppervlaktecorrosie wordt bedoeld, gelijkmatig verwijderen van het oppervlak van het werkstuk. Dit type corrosie treedt alleen op wanneer zuren of sterke logen op het oppervlak van het werkstuk inwerken. Wanneer de jaarlijkse verwijdering minder is dan 0,1 mm, wordt gesproken van voldoende bestendigheid van het materiaal tegen oppervlaktecorrosie.

Pinholing (Plitting)

Pinholing treedt op wanneer de passiveringslaag plaatselijk wordt doorbroken. Het openbreken ontstaat door chloorionen die in het bijzijn van een elektrolyt, aan het roestvaste staal de voor de vorming van de passiveringslaag benodigde chroomatomen onttrekken. Hierdoor ontstaan speldenprikachtige gaten. De aanwezigheid van afzettingen, vreemde corrosie, slakresten of verkleuringen leiden tot versterkte pinholing.

Interkristalijne corrosie

Interkristalijne corrosie kan ontstaan wanneer onder invloed van warmte chroomcarbide aan de randen van de korrel vrijkomen en door de aanwezigheid van een zuur medium worden opgelost. Dit gebeurt bij de volgende temperaturen:

  • austenitische staalsoorten 450 °C - 850 °C
  • ferritische staalsoorten meer dan 900 °C

Interkristalijne corrosie speelt bij de juiste materiaalkeuze tegenwoordig geen rol meer.

Contactcorrosie

Contactcorrosie ontstaat wanneer verschillende metalen materialen met elkaar in contact komen en met een elektrolyt worden bevochtigd. Het minder edele materiaal wordt aangetast en wordt opgelost. Roestvaste staalsoorten zijn ten opzichte van de meeste andere materialen edel.

Passende produkter

Terug naar slijpkennis