Schuurwielen
Het slijpbeeld
De slijpmop (lamellenschijf) is door de constructie uitstekend geschikt voor het realiseren van een fijne afwerking. Bij een gelijke korrelgrootte is de ruwheid van het oppervlak met een slijpmop in vergelijking met een gewone schuurband veel fijner. Daarom moet er bij de bepaling van de korrelgrootte op worden gelet dat deze ten opzichte van een schuurband 2 tot 3 korrelgroottes grote wordt gekozen.
Keuze van de juiste diameer van de slijpmop
Om met de optimale snelheid (38-42 m/s) te werken, wordt de diameter van de slijpmop bij machines waarvan het toerental niet kan worden geregeld, bepaald aan de hand van het opgegeven toerental. Bij machines met een regelbare snelheid, wordt het toerental ingesteld aan de hand van de diameter van de slijpmop.
Let op! Voordat de machine wordt ingeschakeld moet absoluut worden gecontroleerd of het ingestelde toerental niet hoger is dan het maximaal toegestane toerental van de slijpmop.
De juiste diameter van de slijpmop voor het optimale toerentalbereik vindt u in de onderstaande tabel. Wanneer de slijpmop met het optimale toerental wordt gebruikt, gaan de lamellen door de centrifugale kracht rechtop staan, radiaal om de kern, en geven de slijpmop het optimale schuurvermogen. De belasting en slijtage van de lamellen vindt hierbij alleen plaats aan de rand van de lamellen. Hierdoor wordt steeds weer nieuwe scherpe slijpkorrel gebruikt. Dit garandeert een gelijkblijvende materiaalverwijdering en een gelijkmatig slijpbeeld van het eerste tot het laatste werkstuk. Een te laag toerental heeft tot gevolg dat de lamellen door de opgebrachte werkdruk te dicht op de kern blijven liggen. Daardoor wordt de belasting van de lamellen meer naar de korrelkant verplaatst en slijpt de slijpmop op een te groot oppervlak waadoor een hogere wrijving ontstaat tussen het werkstuk en de lamellen. Dit leidt tot een hogere warmtebelasting van het werkstuk en de slijpmop. Het gevolg is een hogere slijtage van de lamellen. Onder sommige omstandigheden kan dit leiden tot uitval van de slijpmop door verlies van de lamellen.
Maximaal toegestane snelheid:
Klingspor slijpmoppen SM 611 zijn tot een breedte van ≤ 100 mm goedgekeurd voor een maximaal toegestane snelheid van 50 m/s.
Optimale werksnelheid:
De meeste rendabele toepassing ligt bij een werksnelheid van 38 tot 42 m/s.
Mop-ø [mm] | Aanbevolen toerentalbereik [min-1] (38–42 m/s) |
---|---|
100 | 7.300–8.000 |
140 | 5.200–5.700 |
165 | 4.400–4.800 |
200 | 3.650–4.000 |
250 | 2.900–3.200 |
300 | 2.400–2.650 |
350 | 2.100–2.300 |
380 | 1.900–2.100 |
410 | 1.750–1.950 |
480 | 1.500–1.650 |
510 | 1.400–1.550 |
Factoren die van Invloed zijn op het slijpgedrag
Het slijpresultaat hangt af van een groot aantal procesparameters. De onderstaand tabel bevat de verschillende factoren en de invloed die deze hebben op het slijpresultaat.
Slijpresultaat | ||||
---|---|---|---|---|
Factor | Materiaalverwijdering* | Kwaliteit van het oppervlak | Standtijd | |
Werksnelheid | Hoog | Stijgend | Fijner | Korter |
Laag | Dalend | Ruwer | Langer | |
Aandrukkracht | Hoog | Stijgend | Ruwer | Korter |
Gering | Dalend | Fijner | Langer | |
Korrelgrootte | Grof | Stijgend | Ruwer | Korter |
Fijn | Dalend | Fijner | Langer | |
Hulpmiddelen (olie, vet) |
Zonder | Stijgend | Ruwer | Korter |
Met | Dalend | Fijner | Langer |
*Opmerking: de belangrijkste parameter die van invloed is op de materiaalverwijdering is de keuze van een grovere (meer verwijdering) of fijnere (minder verwijdering) korrel.